- afvloeien
- {{afvloeien}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [m.b.t. personen] être licencié2 [wegvloeien] s'écouler3 [naar beneden vloeien] ruisseler♦voorbeelden:1 overtollig personeel laten afvloeien • dégraisser le personnel en surnombreII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [met vloeipapier bestrijken] passer un buvard sur (qc.)
Deens-Russisch woordenboek. 2015.